De Best Value-aanpak verschilt van het traditionele inkopen. Traditionele inkoopmethoden leiden tot de opdrachtnemer met de laagste prijs. Binnen BVP zijn we juist op zoek naar de leverancier met de meest toegevoegde waarde.

Voor alle sectoren

In ons land wordt de Best Value-aanpak gebruikt in vrijwel alle sectoren. Zowel in de publieke als in de private markt. Wel is de randvoorwaarde van het succesvol toepassen van BVP dat er concurrentie in de markt moet zijn. BVP onderscheidt zich met name in zeer complexe inkooptrajecten.

Veelvoorkomend misverstand

Een veelvoorkomend misverstand is dat Best Value vooral geschikt zou zijn voor bouwprojecten en met name grote infrastructuurprojecten binnen Rijkswaterstaat. Het klopt dat RWS in 2009 de Best Value-methode gebruikte voor infrastructurele projecten. Sinds dat jaar zijn er al veel meer succesvolle projecten afgerond met behulp van BVP in andere sectoren. Denk hierbij aan de inkoop van kantoorbenodigdheden, catering, printers en ICT-systemen.

Opdrachtgevers moeten loslaten

De belangrijkste vraag is: ‘Is de opdrachtgever bereidt los te laten?’. Houdt een opdrachtgever vast aan de traditionele werkwijze van inkopen dan kan Best Value niet succesvol worden toegepast. Binnen deze aanpak zien we namelijk een verschuiving van ‘controleren en beheersen’ naar ‘loslaten en vertrouwen’. De opdrachtgever faciliteert en de opdrachtnemer neemt het initiatief, toont zijn vakmanschap en maakt zijn prestaties transparant.

Kan aan deze voorwaarden voldaan worden dan is Best Value Procurement uitermate geschikt voor inkoopprojecten in alle sectoren en projecten.

Bron: Prestatieinkoop